30e zondag door het jaar

KerkjaarCyclus: B

Intredelied:
756 Wij komen als geroepen
822 Alles begon met God
Antwoordpsalm:
P173 30e zondag door het jaar - B
Alleluia-vers:
4i Alleluia — Geprezen de Heer
Bij de bereiding van de gaven:
572 De aarde is vervuld
591 Mensen, wij zijn geroepen om te leven
Communiezang:
559 De Heer heeft mij gezien
Slotlied:
764 Dank U, Vader


Op deze zondag vertelt het evangelie over de genezing van de blinde Bartimeüs. We doen twee suggesties voor de intredezang: Alles begon met God (822), waarin sprake is van het licht en van ‘de mens met zijn ogen om de zon te zien’. Ofwel lied 756 dat opent met de zin: Wij komen als geroepen en aan het licht gebracht. Dat God mensen ‘in en aan het licht brengt’ horen we zowel in de eerste lezing als in het evangelie.

In de eerste lezing horen we het visioen waarin Jeremia de terugkeer uit de ballingschap aankondigt. Antwoordpsalm 126 verwoordt de dankbare terugblik van het volk na dit vreugdevolle gebeuren: Geweldig was het wat de Heer ons deed (P 173). Deze psalm kunnen we ook zingen in een mooie bewerking, in lied 922 Als God ons thuisbrengt uit onze ballingschap, dat zal een droom zijn.

Jezus heeft de blinde Bartimeüs langs de weg gezien (De Heer heeft mij gezien). Hij heeft hem genezen (Hij heeft mijn licht ontstoken in de nacht, gaf mij een levend hart en nieuwe ogen). Zo herleven we dit evangelieverhaal in de communiezang (559). Men kan ook het lied 764 zingen, waarvan de eerste strofe als het ware het dankgebed van de Bartimeüs om zijn genezing zou kunnen zijn: Dank U Vader van de lichten, voor de sterren en de maan. Dank U dat u mij niet een dwaalweg door de duisternis laat gaan. Dank U, in de nacht der nachten licht de nieuwe morgen aan.