31e zondag door het jaar

KerkjaarCyclus: C

Intredelied:
540 Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
737 Uw woord omvat mijn leven
Antwoordpsalm:
P194 31e zondag door het jaar - C
Alleluia-vers:
4f Alleluia — Het woord is nabij
Bij de bereiding van de gaven:
420 Aan wat op aarde leeft
Communiezang:
559 De Heer heeft mij gezien
738 Wat vrolijk over U geschreven staat
Slotlied:
733 Wij zijn de druppels van één stroom

Wij zingen deze zondagsliturgie in met het lied van Gods aanwezigheid. Heel de schepping draagt de vingerafdrukken van zijn scheppende hand. Hij is aanwezig in al wat bestaat. Daarom is onze intredezang: Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig (540).

De antwoordpsalm 145 verlengt de belijdenis – vol blijde verwondering – van een God die zich ontfermt over al wat Hij gemaakt heeft en die vol liefde heerst over al wat leeft. Passend keervers is P 194.

Zacheüs klimt in de boom om Jezus te zien, maar wie had het ooit kunnen denken: Jezus ziet Zacheüs en dat is het ingrijpende gebeuren dat heel het bestaan van Zacheüs overhoop gooit … Jezus heeft hem gezien en het is voor hem als een nieuwe geboorte. Ja, als Jezus ons ziet en wenkt, wordt alles, álles anders. Bij het te communie gaan – uitgenodigd door Jezus die met ons zijn gastmaal neemt – kunnen wij niet mooier zingen dan De Heer heeft mij gezien en onverwacht ben ik opnieuw geboren en getogen (559). Een alternatief vormt lied 738 Wat vrolijk over U geschreven staat, dat in de tweede strofe de slotzin van het evangelie aanhaalt: “dat Gij komt redden wat verloren is”.