32e zondag door het jaar

KerkjaarCyclus: A

Intredelied:
756 Wij komen als geroepen
927 De Heer verschijnt te middernacht
Antwoordpsalm:
P84 32e zondag door het jaar - A
Alleluia-vers:
4j Alleluia — Maak ons hart ontvankelijk, Heer
Bij de bereiding van de gaven:
715 Gij komt tot ons, gans onverwacht
Communiezang:
753 Zolang wij ademhalen
Slotlied:
818 Dat het licht

Vooral in de Matteüs-serie van de driejaarlijkse evangeliecyclus is het opvallend hoe de laatste zondagen heel duidelijk een eigen karakter hebben. Zij worden overheerst door de lezing van de eschatologische rede uit Matteüs, hoofdstuk 25. Deze laatste zondagen vormen een duidelijke overgang naar de advent: de oproep tot waakzaamheid en de verwachting van de wederkomst van de Heer staan op de voorgrond.

De eerste keuze voor de intredezang vandaag is: De Heer verschijnt te middernacht (927). Het is een mooie en duidelijke aankondiging van het evangelie van deze zondag. Ofwel – als men dit lied liever bij de communie voorziet – kan men de viering bijvoorbeeld openen met lied 756, Wij komen als geroepen en aan het licht gebracht.

Het verlangend zoeken naar de wijsheid, zoals de eerste lezing dit verwoordt, wordt in de antwoordpsalm hernomen: ook daar is er sprake van hunkering en dorst naar God. P 83 luidt: God, mijn God, naar U blijf ik zoeken, mijn ziel dorst van verlangen naar U.

Als communiezang past vandaag lied 753 Zolang wij ademhalen. Dit lied laat duidelijk doorklinken dat de waakzaamheid van de christen een avontuur is van pogen en tasten, waarbij we Gods kracht en ook de andere gelovigen nodig hebben om te volharden: al is mijn stem gebroken, mijn adem zonder kracht, het lied op and’re lippen draagt mij dan door de nacht.