Wat God doet, dat is welgedaan


t. en m.: “Was Gott tut, daß ist wohlgetan” op tekst van Samuel Rodigast (1649-1708), bewerkt door Petronella Moens (1762-1843), herwerkt door Jan Wit (1914-1980) en op muziek van Severus Gastorius, 1681, verschenen in “Nürnbergisches Gesangbuch”, 1690

Een meerstemmige zetting van dit lied is te vinden in het Geestelijk liedboek van de lage landen

Het lied is voornamelijk gebaseerd op Deut. 32,4: ‘Hij is de rots, wat Hij doet is volmaakt, al zijn wegen zijn recht, een God van trouw, zonder onrecht, rechtvaardig is Hij en waarachtig.’ Het wil vertroosten en bemoedigen, maar ook danken en loven. Het kan dus bij zeer veel gelegenheden gezongen worden.
(Ignace Thevelein)

Achtergronden:

Liedbespreking van Ignace de Sutter

Beluisteren    
Terug naar overzicht