Witte Donderdag

KerkjaarCyclus: C

Intredelied:
356 Onze redding uit het kwade
367 Wij roemen in ’t kruis
545 Wij willen samen vieren
754 De vreugde voert ons naar dit huis
Antwoordpsalm:
P238 Witte Donderdag - ABC
Vers voor het evangelie:
3c Barmhartig de Heer
3d Lof en eer zij U
Bij de voetwassing:
359 Toen Jezus in zijn uur gekomen was
380 Toen Jezus in zijn uur gekomen was
548 Zo lief heeft God de wereld
Bij de bereiding van de gaven:
373 Mogen allen één zijn
731 De avond voor zijn dood
Communiezang:
528 Gedenken wij dankbaar
779 Ik ben de wijnstok
Bij de processie en aanbidding:
374 Gethsemane
379 Door wat voor grote eenzaamheden
381 In stille nacht
728 U kennen, uit en tot U leven
Gregoriaans:
86 Tantum ergo


Bij de intrede passen de liederen 356 Onze redding uit het kwade en Wij roemen in het kruis (367).

Na de eerste lezing volgt psalm 116 waarin het beeld van de offerbeker geaccentueerd wordt, dankzij het keervers: “De beker der zegening geeft gemeenschap met het bloed van Christus.” (P 238). Een andere mogelijkheid is lied 546, Hij nam de Schrift, vooral de derde en vijfde strofen.

Na de tweede lezing biedt het lied 545 Wij willen samen vieren een mooi antwoord op de opdracht uit de eerste brief aan de Korintiërs: “Doet dit tot mijn gedachtenis”.

Het lied Toen Jezus in zijn uur gekomen was (359 en 380) is een gezongen commentaar op Jezus’ woorden en gebaren tijdens het Laatste Avondmaal (strofen 1 tot 4). Het kan tijdens de voetwassing gezongen worden.

Op Witte Donderdag is een processie met de offergaven eigenlijk onontbeerlijk. Hierbij past het lied De avond voor zijn dood (731), waarin de gemeenschap voorbereid wordt op de dienst van de eucharistie. Liederen zoals Zo lief heeft God de wereld gehad (548) of Mogen allen één zijn (373) diepen van hun kant motieven uit de afscheidsrede van Jezus aan zijn leerlingen verder uit. Men kan ook de symbolen van brood en wijn in het licht stellen, met lied 921 Gestorven graan wordt brood of 526 Al wat er nodig is.

Als communiezang: lied 779 Ik ben de wijnstok legt het accent op de blijvende verbondenheid tussen Jezus en zijn leerlingen.

Bij het overbrengen van het Allerheiligste naar het rustaltaar kan men zingen Gedenken wij dankbaar de daden des Heren, zijn leven, zijn dood en verrijzenis (528) of 728 U kennen, uit en tot U leven, dat gericht is tot Christus. Tijdens de aanbidding “waken de gelovigen samen met Christus in de Hof van Olijven”. Het stil gebed kan afgewisseld worden met een lied. Enkele mogelijkheden: Gethsémane (374), Door wat voor grote eenzaamheden (379), In stille nacht (381).