29e zondag door het jaar

KerkjaarCyclus: B

Intredelied:
531 God die ons heeft voorzien
572 De aarde is vervuld
Antwoordpsalm:
P86 29e zondag door het jaar - B
Alleluia-vers:
4i Alleluia — Geprezen de Heer
Bij de bereiding van de gaven:
508 Die rechtens God gelijk
550 Welzalig wie de rechte wegen gaan
Communiezang:
589 De laatsten worden de eersten
914 Roept God een mens tot leven


Inhoudelijk aansluitend bij de evangelielezing:
ZJ 589 De laatsten zijn de eersten (indien de korte versie gelezen wordt) ZJ 914 Roept God een mens tot leven (indien de lange versie gelezen wordt)

Het evangelie bevat Jezus' oproep tot algehele dienstbaarheid. De Mensenzoon is gekomen om te dienen. Zo ook moeten wij onze grootheid zoeken in het dienaar zijn. Want God heeft ons voorbe-stemd te lijken op zijn Zoon. Wij beginnen met de heel bekende intredezang 531: God die ons heeft voorzien.

Antwoordpsalm 33 sluit nauw aan bij de aankondiging van het lijden en de verheerlijking van de dienaar waar Jesaja over spreekt. Hij verwoordt het vertrouwen dat God hem (en ons) zal redden: Laat uw erbarmen, Heer, over ons dalen (P 86). Ook lied 364 - Jezus Christus is het beeld van God kan als antwoordzang gebruikt worden. Het interpreteert de profetie van Jesaja 53 vanuit het evangelie. Inderdaad, de vernederde dienaar die moet lijden en zijn leven geven als zoenoffer, is Jezus Christus: Hij heeft zich in het beeld van Gods knecht ontledigd. Voor de communiezang is er een dubbele keuze: waar de lange versie van het evangelie wordt genomen, kan men 914 Roept God een mens tot leven kiezen. Maar dan zingt men zeker ook de zevende strofe, die rechtstreeks verbonden is met vers 38-39 uit het evangelie: het drinken van Jezus' kelk en het ondergaan van zijn doop (de marteldood). Waar men voor het evangelie de korte versie neemt (vers 42-45), zingt men beter 589: De laatsten worden de eersten ... Maar wie zich heeft gebogen ... die zal Hij ook verhogen.