5e zondag van de veertigdagentijd

KerkjaarCyclus: A

Intredelied:
353 Met de boom des levens
919 Het mensenvolk dat in het duister leeft
Antwoordpsalm:
P180 5e zondag van de veertigdagentijd - A
Vers voor het evangelie:
3c Barmhartig de Heer
Bij de bereiding van de gaven:
569 God die leven hebt gegeven
Communiezang:
938 Uit de graven en spelonken
Slotlied:
324 Waar is de plaats die vrede lacht?
Gregoriaans:
52 Kyriale XVII
72 Attende Domine


In de laatste periode van de veertigdagentijd neemt het mysterie van Jezus’ kruis en opstanding een steeds grotere plaats in. Een zeer geschikte intredezang voor deze zondag is lied 353 Met de boom des levens wegend op zijn rug droeg de Here Jezus Gode goede vrucht. Een alternatief is 919 Het mensenvolk dat in het duister leeft, waarvan de derde strofe het evangelie reeds aankondigt over de opwekking van Lazarus.

Op de reisweg door het Oude Testament zijn wij bij de grote profeten aanbeland. Dit jaar klinkt de boodschap van Ezechiël: de Heer stort zijn Geest als nieuw leven uit over hen die in de diepte van het graf zijn weggezonken. Tot over de diepe doodskuil heen is er leven. Die zekerheid voert tot een antwoordpsalm van hoopvol vertrouwen, psalm 130. Het passend keervers is P 180 De Heer is steeds barmhartig, zijn genade is onbeperkt.

Ook het evangelie verkondigt vandaag uitdrukkelijk de boodschap van het leven over de dood heen. Als God roept, dan staan de doden op! Zo heeft Jezus Lazarus uit het graf geroepen en deze Heer, die zelf de Verrijzenis is en het Leven, nodigt ons aan zijn maaltijd en laat ons delen in zijn eigen onsterfelijk leven. Op deze zondag waarin de verrijzenis wordt aangekondigd, kunnen wij bij de communie het lied 938 zingen, dat aansluit bij de woorden van Ezechiël: Uit de graven en spelonken; uit de diepste doodsvallei, roept Gods stem tot jou en mij, wordt de Geest aan ons geschonken.