5e zondag door het jaar

KerkjaarCyclus: A

Intredelied:
534 Wie naar het altaar gaat
825 Licht dat ons aanstoot in de morgen
Antwoordpsalm:
P150 5e zondag door het jaar - A
Alleluia-vers:
4h Alleluia — Uw woorden, o Heer, zijn geest en leven
Bij de bereiding van de gaven:
569 God die leven hebt gegeven
764 Dank U, Vader
Communiezang:
530 Zo vriendelijk en veilig
610 Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht
Slotlied:
818 Dat het licht

Elke keer dat wij eucharistie vieren, gaan wij op de tweesprong staan van goed en kwaad … Het één staat hem te wachten, het ander laat hij achter. Als intredezang suggereren wij daarom Wie naar het altaar gaat, moet kennen goed en kwaad (534). Een andere mogelijkheid vormt lied 825 Licht dat ons aanstoot: zo wordt het beeld van het licht, dat in de woorddienst als een rode draad terug komt, reeds aangebracht. Enerzijds is God de bron van het licht, anderzijds worden de gelovigen opgeroepen om, dankzij de gave van dat goddelijke licht, zelf licht te worden.

Het keervers bij antwoordpsalm 112 luidt: Voor de rechtvaardigen gaat het licht op in de nacht (P 150).

Het evangelie biedt vandaag een van de bekendste passages uit de Bergrede: christenen zijn het licht van de wereld. Maar de bron van dat licht is de Heer; zijn wet is de lamp op onze levensweg. Dat beseffen wij des te beter als wij mogen communiceren. Als communiezang wordt daarom voorgesteld: Zo vriendelijk en veilig als het licht … zo is mijn God (530). Ofwel kan men dezelfde gedachten op biddende wijze uitzingen in lied 610 Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht.