Sacramentsdag

KerkjaarCyclus: A

Intredelied:
545 Wij willen samen vieren
578 Volk van God
Antwoordpsalm:
P204 Sacramentsdag - A
Alleluia-vers:
4a Alleluia — Ik ben het levende brood
Bij de bereiding van de gaven:
526 Al wat er nodig is
547 Het brood in de aarde
Communiezang:
535 Het brood, het goede brood
673 De hemel reikt ons leeftocht aan
Slotlied:
766 Brood zal ik u geven

Een heel passende intredezang voor dit hoogfeest vormt 545 Wij willen samen vieren de maaltijd van de Heer. Het lied herneemt verschillende Bijbelse beelden (de woestijntocht, het beloofde land, tarwe en brood, druivenranken en wijn) en duidt in het refrein de liturgische samenkomst als de actualisering van het Laatste Avondmaal.

Antwoordpsalm 147 brengt de goedheid in herinnering van God, die zijn volk voedt en bescherming biedt. Die goedheid is het motief voor de lofprijzing: Loof de Heer, Jeruzalem (P 204). Het alleluia-vers 4a sluit goed aan bij de tekst die vandaag in het lectionarium is voorzien.

De communiezang is een danklied om het brood dat uit de hemel is neergedaald en voedsel is voor eeuwig leven: Het brood, het goede brood, dat redt ons van de dood en houdt ons in het leven (535). In dit lied gaat het dan zowel over het manna in de woestijn (strofe 3, vgl. de eerste lezing) als over het brood dat redt van de dood (strofe 7, vgl. het evangelie). Ook lied 673 De hemel reikt ons leeftocht aan past perfect bij dit hoogfeest. Het beeld van de communie als leeftocht (‘proviand’) op de levensweg doet denken aan het manna in de woestijn. De tekst legt een mooi verband tussen de ‘drie lichamen van Christus’: zijn historisch lichaam (strofe 2), het sacramentele lichaam (strofe 1) en het kerkelijke lichaam (strofe 4). Of nog een ander geschikt communielied: Brood zal ik u geven (766), dat helemaal geïnspireerd is op de evangelielezing van vandaag.