5e zondag van de veertigdagentijd

KerkjaarCyclus: C

Intredelied:
320 Erbarm U, God, en delg genadig
922 Als God ons thuisbrengt
Antwoordpsalm:
P173 5e zondag van de veertigdagentijd - C
Vers voor het evangelie:
3c Barmhartig de Heer
3d Lof en eer zij U
Bij de bereiding van de gaven:
911 Breng ons weer thuis uit de ballingschap
Communiezang:
319 De zonden zijn vergeven
Slotlied:
324 Waar is de plaats die vrede lacht?
Gregoriaans:
52 Kyriale XVII
72 Attende Domine


Deze zondag voltooit de prachtige opeenvolging van evangelies over bekering en verzoening: na het beeld van de onvruchtbare vijgenboom en de parabel van de verloren zoon is het vandaag het evangelie van de overspelige vrouw die bij Jezus vrijspraak en verzoening ontvangt. Wij beginnen de dienst met de intredezang van psalm 51 (50): Erbarm U, God, en delg genadig het kwaad dat ik heb aangericht…herschep mijn hart in zijn geheel. Je vindt deze psalmberijming onder nr. 320.

In de eerste lezing uit het Oude Testament komen op deze zondag de grote profeten aan het woord. Dit jaar (C-cyclus) is het een tekst van de profeet Jesaja die zeer goed aansluit bij de nieuwe toekomst die Jezus in het evangelie aanzegt aan de vrouw: “Zie, ik onderneem iets nieuws”. De antwoordpsalm 126 bezingt de terugkeer uit de ballingschap: “Keer nu ons lot ten goede, Heer…Ja, geweldig was het wat de Heer ons deed”.

Als communiezang kan men lied 319 hernemen van vorige zondag : De zonden zijn vergeven. Dit is een woord ten leven, bevrijdend van de schuld. Het is een mooie gezongen echo op het woord ten leven dat Jezus in het evangelie spreekt tot de vrouw: “Ook ik veroordeel u niet: ga heen en zondig van nu af niet meer!” Ofwel kan men iets algemener het verlangen uitzingen naar plaatsen waar verzoening, vrede en gerechtigheid in onze wereld gestalte krijgen, met het lied 324 Waar is de plaats die vrede lacht?