Hemelvaart van de Heer

KerkjaarCyclus: C

Intredelied:
412 Al heeft Hij ons verlaten
428 Ten hemel opgevaren is
Antwoordpsalm:
P72 Hemelvaart van de Heer - ABC
Alleluia-vers:
3f Alleluia — Verheugt u allen
Bij de bereiding van de gaven:
407 In eigen kracht verrezen
445 Zingen zal dit huis
446 Om Christus die verrezen is
Communiezang:
610 Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht
Slotlied:
428 Ten hemel opgevaren is
Gregoriaans:
53 Kyriale I


Inhoudelijk aansluitend bij de evangelielezing:
- ZJ 428 Ten hemel opgevaren
- ZJ 405 Christus is verrezen (str. 1,4,5)

Hemelvaart is geen afscheid. De bij de Vader verheerlijkte Heer blijft midden onder ons. Daarom zingen we als intredelied 421 "Al heeft Hij ons verlaten, Hij laat ons nooit alleen. Wat wij van Hem bezaten is altijd om ons heen."

Psalm 47 is de typische psalm voor Hemelvaart. Het keervers luidt: "God stijgt ten troon onder luid gejuich, de Heer met geschal van bazuinen". Dezelfde psalm vinden we in een berijming in lied 425 "Nu triomfeert de Zoon van God". Dit lied kan ook na de tweede lezing gezongen worden en met zijn alleluia-refrein de overgang maken naar het evangelie. Zing dan vooral de strofen 1 en 6.

Als communiezang past 610 heel goed. Het is een meditatief lied dat in de derde strofe heel mooi de hoop bezingt die het feest van Hemelvaart wekt: "Wees Gij de zon van mijn bestaan... tot ik U zie, o eeuwig Licht, van aangezicht tot aangezicht."