17e zondag door het jaar

KerkjaarCyclus: C

Intredelied:
564 Weest niet bezorgd
709 Wij hebben een sterke stad
733 Wij zijn de druppels van één stroom
Antwoordpsalm:
P186 17e zondag door het jaar - C
Alleluia-vers:
4i Alleluia — Geprezen de Heer
Bij de bereiding van de gaven:
526 Al wat er nodig is
734 Wij bidden U om vrede
Communiezang:
526 Al wat er nodig is
816 Hoor, God, ons roepen
Slotlied:
733 Wij zijn de druppels van één stroom

De eerste lezing spreekt opnieuw over Abraham, ditmaal als de rechtvaardige die een vrijmoedig voorspreker wordt voor de mensheid. Als intredezang kan men lied 709 nemen: Wij hebben een sterke stad, een stad door de Heer omringd. Men kiest dan zeker ook de 4de strofe, die al heel sprekend de band legt met de eerste lezing over de stad die gespaard zou blijven om een tiental rechtvaardigen! Andere mogelijkheden zijn lied 564 Wees niet bezorgd voor uw leven (dat het evangelie al aankondigt) of 733 Wij zijn de druppels van één stroom (dat spreekt over vertrouwen en andere goede gaven die God schenkt).

De antwoordpsalm, psalm 138, vertolkt het dankbare vertrouwen van iemand wiens gebed werd verhoord. Het keervers luidt: “Wanneer ik tot u riep, hebt Gij mij steeds verhoord” (P 186). Zo kondigt hij ook al het evangelie aan.

De communiezang 526 vat de woorddienst rond het smeekgebed nog eens samen: Al wat er nodig is, vraag dat in Jezus’ Naam. Andere mogelijke liederen die de thematiek van het bidden uitdrukken zijn: 734 Wij bidden U om vrede, en 816 Hoor, God ons roepen.